IS-IS notities

Een router die IS-IS draait, kent drie types:

Level-1 (L1) => Intra-area router

  • Deze routers delen enkel informatie met andere L1 en L1L2 routers qua routes.
  • Heeft een Level 1 link state database met alle routing info van de area.
  • Heeft een default route die wijst naar de dichtstbijzijnde L1L2 router.

Level-2 (L2) => Exclusief Inter-area router

  • Deze routers delen enkel informatie met andere L2 en L1L2 routers qua routes.

Level-1-2 (L1L2) => Zowel intra- als inter-area routing.

  • Deze routers delen informatie met elk type router.

Wanneer het type router niet expliciet gedefinieerd is, is de standaard waarde bij Cisco L1L2.

Bij een level mismatch (lees een L1 aan een L2 koppelen) wordt er dus geen neighbor relationship opgebouwd tussen twee routers.

NSAP Address (Network Service Access Point)

Dit wordt gebruikt om de router te identificeren bij het IS-IS proces.

De Cisco implementatie is als volgt:
Area address  – System ID – NSEL

De area address bestaat uit:

  • AFI = Authority and Format Identifier (1byte) met standaardwaarde 49
  • IDI = Initial Domain Identifier
  • Area ID = Hiermee bepaal je de area waarin de router zich bevindt. Minstens 1 byte.

Het System ID kun je zien als de router hostname, die gebruikt wordt binnen het IS-IS proces. Dit is altijd een 48bits waarde en dit moet uniek zijn binnen de area.

NSEL (Nselector) is altijd 00 om aan te geven dat het gaat om IS-IS routing. Een NSAP adres met een NSEL waarde van 00 wordt ook wel een NET (Network Entity Title) genoemd.


Posted

in

by

Tags: